Zoeken

Filippenzen 2,1 - Als dan vermaning in Christus en liefdevolle bemoediging iets vermogen, als gemeenschap van Geest, als hartelijkheid en mededogen u iets zeggen,
Prediker 10,14 - Een dwaas heeft over alles iets te zeggen, ofschoon geen mens weet wat komen gaat en niemand hem dat kan vertellen.
Job 6,22 - Heb ik soms gezegd: 'help dan toch, koop de rechters om met uw vermogen,
2 Korintiërs 8,3 - Want zij hebben naar vermogen gegeven; ik moest eigenlijk zeggen, boven hun vermogen.
1 Korintiërs 16,2 - Laat ieder van u elke zondag naar vermogen iets op zij leggen en bewaren; anders beginnen de inzamelingen pas wanneer ik kom.
Romeinen 12,8 - Wie een opwekkend woord heeft, moet anderen bemoedigen. Wie iets heeft uit te delen, schenke het weg met mildheid. Als ge leiding geeft, doet het met ijver, als ge barmhartigheid bewijst, doe het met blijmoedigheid.
Handelingen van de Apostelen 18,14 - Paulus wilde juist iets zeggen, toen Gallio de Joden antwoordde: “Als het ging over een of ander onrecht of ernstig misdrijf, Joden, zou ik u vanzelfsprekend geduldig aanhoren.
2 Korintiërs 13,13 - De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de heilige Geest zij met u allen.
2 Kronieken 18,17 - Toen zei de koning van Israël tot Josafat: 'Heb ik het u niet gezegd? Hij profeteert voor mij nooit iets goeds doch alleen maar iets kwaads.'
Prediker 1,8 - Het wordt een vermoeiend verhaal en geen mens kan er iets over zeggen. Hij kijkt wel maar ziet niets, hij luistert zonder iets te verstaan.
1 Korintiërs 10,30 - Als ik na dankzegging iets gebruik, heeft niemand het recht kwaad van mij te spreken om iets waarvoor ik God dank zeg.
Leviticus 4,13 - Is het heel de gemeenschap van Israël die door onoplettendheid zondigt, zonder dat de gemeente weet, dat zij iets doet wat Jahwe heeft verboden en daardoor schuld op zich laadt,
Leviticus 4,2 - Zeg aan de Israëlieten: Wanneer iemand door onoplettendheid zondigt tegen de voorschriften van Jahwe en iets doet dat verboen is
Numeri 6,2 - Zeg aan de Israëlieten: Wanneer een man of een vrouw iets bijzonders wil verrichten en aan Jahwe de gelofte van nazireaat doet,
Efesiërs 4,32 - Weest goed voor elkaar en hartelijk. Vergeeft elkaar zoals God u vergeven heeft in Christus.
Romeinen 15,18 - Want ik verstout mij niet over iets anders te spreken dan over hetgeen Christus door mij tot stand heeft gebracht voor de bekering van de heidenen, door woord en daad,
2 Korintiërs 2,10 - Als gij hem vergiffenis schenkt, doe ik het ook. Voor zover ik persoonlijk iets te vergeven had, is het al gebeurd om uwentwil, voor het aanschijn van Christus.
Galaten 6,14 - Mij moge God er voor bewaren op iets anders te roemen dan op het kruis van onze Heer Jezus Christus, waardoor de wereld voor mij gekruisigd is en ik voor de wereld.
Titus 3,5 - en hij heeft ons gered, niet omdat wij iets goeds gedaan zouden hebben, maar alleen omdat Hij barmhartig is. Hij heeft ons gered door het bad van wedergeboorte en vernieuwing door de heilige Geest.
Romeinen 8,9 - Maar uw bestaan wordt niet beheerst door het vlees, doch door de Geest, omdat de Geest van God in u woont. Zou iemand de Geest van Christus niet hebben, dan behoort hij Hem niet toe.
2 Korintiërs 11,17 - Wat ik op dit stuk ga zeggen, is in dwaasheid gezegd, niet volgens de geest des Heren.
Tobit 4,19 - Prijs onder alle omstandigheden God de Heer en vraag hem dat je altijd de rechte weg mag bewandelen en dat al wat je onderneemt tot een goed einde geraakt. Want geen mens heeft iets te beschikken, maar Hij, de Heer, geeft alle goeds aan wie Hij wil en wie Hij wil vernedert Hij, al naar het Hem goeddunkt. Wees daarom, mijn zoon, mijn vermaningen indachtig en prent ze onuitwisbaar in je hart.
2 Kronieken 14,10 - Nu riep Asa Jahwe, zijn God, aan en zei: 'Jahwe, buiten U is er niemand die de machteloze kan helpen in zijn strijd tegen een overmacht. Help ons, Jahwe, onze God, want wij steunen op U; in uw naam zijn wij opgerukt tegen deze geweldige menigte, Jahwe, Gij zijt onze God; laat geen sterveling iets tegen U vermogen.'
Romeinen 8,11 - En als de Geest van Hem die Jezus van de doden heeft opgewekt, in u woont, zal Hij die Christus Jezus van de doden heeft doen opstaan, ook uw sterfelijk lichaam eenmaal levend maken door de kracht van zijn Geest, die in u verblijft.
Genesis 31,37 - U hebt nu mijn hele huisraad doorzocht. Hebt u iets gevonden dat van u is? Leg het dan voor mijn en uw verwanten neer en laat hen zeggen wie van ons beiden gelijk heeft.
Deuteronomium 31,2 - zei Mozes tot hen: `Ik ben nu honderdtwintig jaar en nauwelijks meer tot iets in staat. Bovendien heeft Jahwe mij gezegd: Gij komt de Jordaan niet over.
Rechters 20,12 - De stammen van Israël stuurden boden door heel de stam Benjamin en lieten zeggen: `Hoe kon zo iets ergs bij u gebeuren!
1 Samuel 21,3 - David antwoordde: `Ik heb een opdracht van de koning en hij heeft mij gezegd dat niemand ook maar iets mag weten van de zending waarmee hij mij belast heeft. Mijn knechten heb ik overigens daar en daar besteld.
1 Samuel 21,4 - Maar zeg eens: Hebt u hier iets bij de hand? Geef mij dan vijf broden mee of wat er is.'
1 Samuel 25,21 - David had gezegd: `Heb ik daarvoor op het bezit van die kerel in de woestijn gepast? Van al wat hem toebehoort is er nooit iets vermist, en nu vergeldt hij mij goed met kwaad.
1 Koningen 22,18 - Toen zei de koning van Israël tot Josafat: `Heb ik het u niet gezegd? Hij profeteert over mij nooit iets goeds, altijd maar onheil.'
Tobit 4,20 - Nu heb ik je nog iets te zeggen. Ik heb aan Gabaël, de broer van Gabria, die in Rages in Medië woont, tien talenten zilver in bewaring gegeven.
Judit 8,28 - Daarop zei Uzzia tot haar: 'Al wat u gezegd hebt is verstandig gesproken. Niemand zal iets daartegen in kunnen brengen.
2 Makkabeeën 2,1 - In de boeken staat niet alleen dat de profeet Jeremia de ballingen beval, iets van het vuur mee te nemen, zoals reeds is gezegd,
2 Makkabeeën 2,32 - Laten we dan nu met ons verhaal beginnen zonder nog iets aan het gezegde toe te voegen: het zou immers dwaas zijn een lang voorwoord te schrijven op een verhaal dat we willen inkorten.
Wijsheid van Jezus Sirach 5,4 - Zeg niet: `Ik heb gezondigd, en is mij nu iets overkomen?' Weet wel: de Heer is lankmoedig.
Evangelie volgens Matteüs 18,19 - Eveneens zeg ik u: wanneer twee van u eensgezind op aarde iets vragen - het moge zijn wat het wil  - zullen zij het verkrijgen van mijn Vader die in de hemel is.
Evangelie volgens Marcus 12,43 - Hij riep nu zijn leerlingen bij zich en sprak: “Voorwaar, Ik zeg u: die arme weduwe heeft het meest geofferd van allen die iets in de offerkist wierpen;
Handelingen van de Apostelen 4,18 - Toen riepen zij hen binnen en verboden hun nog ooit iets te zeggen of te leren met een beroep op Jezus’ Naam.
Handelingen van de Apostelen 21,37 - Op het punt de kazerne binnengebracht te worden zei Paulus tot de bevelhebber: “Mag ik u misschien iets zeggen?” Hij antwoordde: “Kent ge Grieks?”
Evangelie volgens Matteüs 16,20 - Daarop verbood Hij zijn leerlingen nadrukkelijk iemand te zeggen, dat Hij de Christus was.
Spreuken 1,23 - Als gij aan mijn vermaning weer aandacht schenkt, dan zal ik mijn geest aan u openbaren en u mijn woorden mededelen.
Evangelie volgens Marcus 5,8 - Want Hij had hem gezegd: “Onreine geest, ga weg uit die man.”
Ezechiël 8,3 - Hij strekte iets dat op een hand leek uit en greep me bij mijn haar; de geest hief mij op tussen hemel en aarde en bracht me in een hemels visioen naar Jeruzalem, naar de ingang van de noordelijke binnenpoort, de plaats waar het afgodsbeeld staat, dat Jahwe's naijver opwekt.
Handelingen van de Apostelen 5,3 - Daarop zei Petrus: “Ananías, waarom heeft de satan bezit genomen van uw hart, zodat ge de heilige Geest bedriegt en van de opbrengst van uw land iets achterhoudt?
Filippenzen 3,3 - Want wij die God aanbidden in de Geest, wij zijn de ware besnedenen. Wij zoeken onze roem in Christus Jezus, niet in onszelf.
Numeri 22,38 - Maar Bileam zei tot Balak: `Ik ben nu wel naar u toe gekomen, maar ik weet niet, of ik iets zal kunnen zeggen. Wat Jahwe mij in de mond legt, dat zal ik zeggen.'
Rechters 3,19 - Maar hij zelf ging terug, van bij de Gebeeldhouwde Stenen in de buurt van Gilgal. Bij Eglon gekomen, liet hij hem zeggen: `Koning, ik heb u nog iets te zeggen dat strikt geheim is.' De koning zei: `Sst!' en al zijn hovelingen verwijderden zich.
Evangelie volgens Lucas 7,40 - Jezus gaf hem ten antwoord: 'Simon, Ik heb u iets te zeggen,' waarop deze zei: 'Zeg het, Meester.'
1 Tessalonicenzen 3,2 - en Timóteüs, onze broeder en Gods medewerker bij de prediking van Christus’ evangelie, tot u te zenden. Hij moest u sterken en bemoedigen in uw geloof;